Informatie over de orde buideldassen:

Ze komen voor in de landen Australië en Nieuw-Guinea, inclusief de eilanden  zoals Ceram en Kiriwina. de orde omvat 20 soorten buideldassen. Het zijn kleine tot middelgrote dieren, die op de bodem leven. Over het algemeen hebben ze een lange, spitse snuit. Doordat de achterbenen langer zijn dan de voorbenen, daardoor hebben ze een huppelgang. De klauwen aan de voorbenen gebruiken ze om naar eten te graven. ze hebben 46 tot 48 hoogkronige tanden. Net als klimbuideldieren zijn de 2e en 3e teen aan de achtervoet vergroeid. Ze leven in verschillende habitats als woestijnen en tropische regenwouden.

Indeling van de orde buideldassen:

orde: Buideldassen (Paramelemorphia)

2 superfamilies: Yarala (uitgestorven leefde in Laat-Oligoceen tot Vroeg-Mioceen) en Perameloidea 

3 families: varkenspootbuideldas (Chaeropodidae, Australië, recent uitgestorven laatst met zekerheid in 1901 gevonden), langoorbuideldassen (Thylacomyidae, Australië) met 2 soorten de kleine langoorbuideldas (Macrotis leucura, uitgestorven) en de grote langoorbuideldas (Macrotis lagotis) en echte buideldassen (Peramelidae, Australië en Nieuw-Guinea leven vanaf Plioceen) met drie onderfamilies en een de voorouder van de echte buideldassen ischnodon (uitgestorven) de onderfamilies zijn (Peramelinae, Echymiperinae en Peroryctes). Onderfamilies: (Peramelinae) kortneusbuideldassen (Isoodon) 3 soorten en spitneusbuideldassen waarvan 3 levende soorten, 1 uitgestorven en 3 fossielen, (Echymiperinae) Echymipera 5 soorten, microperoryctes 5 soorten en de cerambuideldas (Rhynchomelus prattorum) 1 soort en (Peroryctinae) Peroryctes 3 soorten. tegenwoordig worden er 4 families erkend, mogelijk is er nog een 5e familie (Thylacontinga Eoceen fossiel) Thylacontinga bartholomaii.