soortenlijst:

Caviinae:

cavia's (Cavia):

Moerascavia of wilde cavia-greater guinea pig-grand cobaye (Cavia magna):

IUCN-status: niet bedreigd-Least Concern (LC)

Algemeen:

Bij cavia’s komt Coprofagie voor dat houdt in dat ze hun eigen ontlasting opeten, dit is normaal gedrag en noodzakelijk voor hun spijsvertering. Er zit onder andere vitamine B en vezels in deze ontlasting. Dit gedrag is een mogelijke aanpassing aan de matige verteerbaarheid van hun normale dieet. Als cavia’s keutels eten nemen ze deze meestal direct vanuit de anus. Deze keutels hebben een andere, zachtere consistentie dan de normale droge en stevige uitwerpselen.

 

Verspreidingsgebied:

verspreidingsgebiedmoerascavia.png

Ze komen voor in Zuid-Amerika in bossen, wetlands, uiterwaarden en heuvelachtige gebieden in de landen Brazilië en Uruguay. Heeft als IUCN-status niet bedreigd, omdat verspreidingsgebied veel groter is als 20.000 km2 en er wordt aangenomen dat de populatie erg groot is en omdat de gemeten populatiekrimp in Uruquay van beperkte invloed is.

 

Leefgebied:

Ze graven hun eigen holen of nemen verlaten holen van andere dieren over. Ze wonen ook rotsholen en spleten. Er wordt bij zonsopgang en zonsondergang gegeten, maar als het koud weer is eten ze ook overdag. De holen zijn verbonden door paadjes in het lange gras of onder struikgewas, maar er lopen ook paadjes van de holen naar de voedselgebieden. Overdag verblijven ze op grasachtige hellingen waar naast gras ook stekelig struikgewas groeit. Ze leven op het land, maar dat wil niet zeggen dat ze niet kunnen zwemmen, want er zijn wilde cavia’s gezien die kilometers ver zwommen toen ze door een overstroming werden getroffen.

 

Gedrag:

Territorium:

Maximale hoeveelheid cavia’s per hectare is 38. Het gemiddelde territorium voor een beertje is

1387 m2 en voor een zeugje is dat 1173 m2 en een gemiddeld territorium is 1280 m2. Naarmate er meer cavia’s in groep leven, neemt de grootte van het territorium ook toe. Het leefgebied is altijd gecentreerd rondom vegetatie dat wordt gebruikt voor voedsel en onderdak. Het territorium kan wisselen, zowel per beertje, als per groep. Dit houdt in dat groepjes zich verplaatsen en zelfs andere territoriums kunnen overnemen of kunnen wisselen van territorium.

 

Groep:

Wilde cavia’s leven in groepen van 5 t/m 10 dieren en soms 20 dieren. als de omstandigheden gunstig zijn en overvloedig voedsel aanwezig is, kunnen vele groepen bij elkaar komen om dan vreedzaam te eten. Vele van deze groepen kunnen een indruk geven van een grote kolonie, maar toch zijn en blijven het aparte groepen.

 

Hiërachie:

Er is een strikte hiërachie in de groep, die lineair is. dat wil zeggen dat onder de leider van de groep slechts een dier staat. Onder deze nummer 2 staat ook weer een dier. vreemde dieren worden aangevallen of weggejaagd. Als een alfa-beertje een gevecht verliest, trekt hij zicht terug, dit gedrag heeft als gevolg soms de dood. Er wordt slechts een beertje in de groep geduld. Zodra de jongen zich gaan interesseren, worden ze door de vader als een rivaal gezien en de groep uitgejaagd. Dit gebeurt als ze tussen de 12 en 16 weken oud zijn.

 

Communicatie:

Ze houden voortdurend contact met elkaar door knorrende geluiden en hoge fluittonen en waarschuwen elkaar indien er gevaar dreigt. Dan vluchten ze snel hun holen in, waar ze ook heen gaan als de nacht valt.

 

Voedsel:

Ze leven van alle mogelijke vegetatie, afhankelijk natuurlijk van het gebied waar ze in leven. Ze leven van gras, kruiden, zaden, bladeren, bloemen, vruchten, cactussen, struiken, stokjes, stekelig struikgewas, noten, wortels en planten.

Galea:

Microcavia:

Dolichotinae:

mara's (Dolichotis):

Hydrochoerinae:

Hydrochoerus:

Kerodon: